woensdag 28 december 2011

Henry en de Hertenmolen

Henry was op zoek naar de hertenmolen. Vanuit Rotterdam Lombardijen had hij de bus genomen naar Kinderdijk, het molen walhalla van Zuid-Holland. Om nou te zeggen van heel Nederland is wellicht wat overtrokken, Zaanse Schans kon er echter ook wat van. Maar Henry woonde daar niet echt dicht in de buurt dus hij zocht zijn heil niet daar. De hertenmolenwaar Henry naar op zoek was bestond naar alle waarschijnlijkheid niet eens en als Henry dan ook nog helemaal naar Noord-Holland zo zijn afgereisd om daar achter te komen zou hij flink bedrogen uitkomen. Hiertegen wilde Henry zichzelf maar al te graag in bescherming nemen.
Hij wist ook niet helemaal zeker wat de exacte herkomst van de naam was (was het een molen waarin herten vermalen werden, werd hij aangedreven door herten of was het puur symbolisch), Henry tastte volledig in het duister. Hij had de avond ervoor in de kroeg erover gehoord en dit had zijn nieuwsgierigheid en fantasie weten te bespelen.
Na een busreis die onder andere leidde langs Ridderkerk en andere bible-belt-gehuchten kwam de bus uiteindelijk aan in Kinderdijk. Slenterend langs de dijk bekeek hij aandachtig alle houtgesneden naamborden van de verschillende molens die hij passeerde. Geen van allen had echter in de verste verte iets met herten te maken, laat staan andere gehoefde dieren. De moed begon Henry wat in de schoenen te zakken, zeker toen hij zag dat hij vrijwel alle molens inmiddels was gepasseerd. Ook bij de laatste molen bleek hij bot te vangen. Ook een vraag bij de plaatselijke bevolking naar het hoe en wat bood geen uitkomst. Beteuterd liep hij terug naar de bushalte, mijmerend over het feit dat deze molen dan misschien toch in Zaanse Schans stond en of hij daar dezelfde dag nog naartoe zou gaan. Dat deed hij maar niet, hij keerde terug naar zijn woonplaats. Om daar als een van de eersten weer plaats te nemen aan de toog van het dorpscafé. Hij raakte in gesprek over de molen en vond in de fantasie zijn tegenstander.

dinsdag 22 november 2011

Wijsheden van weleer

"Als je doodgaat, heb je de tijd van je leven gehad."

De zoveelste poging

Na wat weer een romantische ballonvaart was, gaf Erica haar vriend toch weer het nee-woord.

donderdag 17 november 2011

Studentenhuis

Remspoorloos!

Toen Drouard en Laviolette zich in 1903 bezighielden met het ontwerpen van de eerste auto ter wereld met remmen op alle vier de wielen, konden zij waarschijnlijk niet bedenken dat hun inzet voor de auto-industrie later van grote betekenis zou zijn voor de Nederlandse taal. Zelfs nu, in de 21e eeuw, doet de taal ons nog altijd herinneren aan deze grote namen uit de geschiedenis. Het is onder andere dankzij deze twee ontwerpers, die gezien hun ogenschijnlijke betrokkenheid met de burger zouden kunnen worden beschouwd als ware weldoeners, dat het niet lang meer zou duren voordat iemand het woord remspoor voor het eerst in zijn mond zou nemen.

Zoals eenieder uit eigen ervaring heeft kunnen leren, brengt het verstrijken van de tijd ontwikkelingen met zich mee. Objecten, betekenissen, perceptie, ze kunnen allen met de tijd veranderen. Zo komt het, dat ook het gebruik van het woord remspoor onderhevig is geweest aan veranderingen, met als gevolg dat het woord tegenwoordig tot de ambigue begrippen kan worden gerekend.

Hoewel de esthetische waarde van een tastbaar remspoor bediscussieerd zou kunnen worden en zich in de praktijk ook goed blijkt te lenen voor discussies, is menigeen het erover eens dat de esthetische waarde van het woord vaststaat. Een plek in het Nederlands woordenboek is dan ook vanzelfsprekend. De ontwikkeling van het woord tot ambigu begrip kan worden gezien als een verdediging van deze plek en geeft bovendien blijk van de potentie van het begrip, die tevens perspectieven biedt voor de toekomst. Voorlopig blijft het gebruik van het begrip beperkt tot twee contexten, te weten: in het verkeer en op het toilet.

Gezien deze korte geschiedenis is het meer dan logisch dat ik vanmorgen op het toilet een remspoor tegenkwam, dat als eerbetoon moet hebben gediend of dat ik als een nostalgische hulpkreet had moeten interpreteren. Ik ben mij ervan bewust dat mijn subjectiviteit hierbij een rol speelt, maar zowel de geur als het aanzicht van een remspoor doen mij intens verlangen naar hygiëne. Uit respect voor eventuele meningsverschillen zal ik niemand vragen om zich in te houden, maar wat betreft het uitdragen van boodschappen zou ik graag een beroep doen op uw fatsoenlijkheid. Graag zou ik u willen vragen om uw remspoor, nadat u hier op uw eigen manier van heeft kunnen genieten, vaarwel te zeggen en het toilet in oorspronkelijke staat achter te laten. Zo ondervinden anderen geen last van uw remspoor en maakt u het anderen mogelijk hun eigen stempel te drukken op een toiletbezoek. Mijn dank is bij voorbaat groot.


“And in thy message thou shalt see thyself. In thy bathroom thou shalt smell the stench which thy message giveth thee. And in it thou shalt not leave thy work, thou, nor thy roommate, nor thy stranger that is within thy walls: he that defecateth shall flush.” – IBB 139:1-3

zondag 16 oktober 2011

Zij die het betere wisten

Het waren zij die het beter wisten, die de hoed en de rand kenden.
Vandaar ook dat zij stonden kou te kleumen in een tentje, terwijl het door hun zo veronderstelde tuig lekker warm bij de kachel zat met een goed glas wijn c.q. whisk(e)y.
Het bloed werd onder hun nagels vandaan gehaald, terwijl zij dit nu juist zo goed konden gebruiken in deze bittere nacht waarin het kwik nauwelijks boven het nulpunt bleef.
Zij wisten van de hoed en de rand, zij wisten dit en dat was voldoende.

zondag 4 september 2011

Bij nog een poging tot praten kreunde de 63-jarige bastaard, die nota bene zonder donorcodicil nog als enerlaatste op de wachtlijst kwam te staan, met zwaar doorrookte stem zijn laatste woorden: “Why can’t we all just get a lung?” Althans, zo gaat het verhaal.

maandag 4 juli 2011

zondag 5 juni 2011

Wegens het overlijden van de auteur Maarten Roest, wat zijn directe omgeving dik aan zag komen, staan de ontwikkelingen omtrent het uitgeven van zijn boek over Gerardus Cornelius Franciscus Bunzingh momenteel stil. Roest, bedenker en ontwikkelaar van het personage uit het langverwachte en veelbesproken verhaal over een workaholic pur sang, staat erom bekend dat hij in zijn boeken de lezer dwingt om op een afstand te blijven en vanuit daar eventueel een subjectief oordeel te vormen over de boeiende karakters die in zijn verhalen stevig worden neergepend.

Mensen die zich hebben ingeschreven voor het Boekenevenement op dinsdag 14 juni waar gesigneerde versies van het boek van Roest beschikbaar zouden zijn en aansluitend een handtekeningensessie gepland stond, moeten wij helaas diep teleurstellen.

Er vindt momenteel een overleg plaats met de familie van Roest over een eventuele samenwerking met Jordy Stam, een groot fan van de verhalen van Roest en beginnend schrijver, die heeft aangegeven zich bereid te voelen het verhaal te voltooien. Critici spreken van een semi-samenwerking, gezien de absentie van de aanvankelijke auteur van het boek. U wordt door ons op de hoogte gehouden van eventuele vorderingen in dit proces.

zaterdag 4 juni 2011

Gerard was niet dood. En dat was misschien wel het enige wat hem met het leven verbond. Gerard werkte doordeweeks. In het weekend wachtte hij op maandag. Zijn kinderen liegen niet wanneer zij in de mooiste herinnering aan hun vader beschrijven hoe hij ze in het weekend soms meenam naar zijn werk, waar zij in het donker om de beurt de zaklantaarn mochten vasthouden om hun vader bij te schijnen wanneer hij “in het geniep” vooruitwerkte. “De spanning van succes”, noemde hun vader het.

Gerardus Cornelius Franciscus Bunzingh

(Binnenkort verwacht!)

woensdag 1 juni 2011

Onbegrijpelijke enquete




















En dus een goede reden om hem in te vullen, suggesties voor het wel correct invullen kunnen gestuurd worden naar jaikbeneendichterenikwildieprijs@hotmail.com
Bedankt voor uw aandacht

maandag 16 mei 2011

“Gerard was zo iemand waar je je klok op gelijk kon zetten. Of eigenlijk was hij diegene die jouw klok dan gelijk zette.”

“Gerard was altijd te paaien voor extra werk. En balen dat ie deed als het dan eindelijk af was!”

“Wij kennen Gerard vooral als een vrolijke en tevreden klant, met een liefde voor koffie.”

“Gerard, een buitengewoon levendige man die we helaas hebben verloren aan de dood.”

Het verhaal van

Gerardus Cornelius Franciscus Bunzingh

(Wegens succes verlengd in uitstel!)

zondag 1 mei 2011

In zijn vrije tijd is Gerard Bunzingh een levensgenieter. Althans, dat is wat hij dikwijls tegen anderen zegt, wanneer hem gevraagd wordt naar waar hij zich buiten werktijden mee bezighoudt. Zo laat hij de mensen weten dat hij ondanks zijn tijdrovende baan, ook heus wel tijd vrijmaakt om te relaxen. In werkelijkheid heeft Gerard geen hobby’s. Hij houdt van stress en is verslaafd aan deadlines.

Dit is het verhaal van

Gerardus Cornelius Franciscus Bunzingh

(Binnenkort te lezen op Pieter Peperdorst !!!)

donderdag 21 april 2011

vrijdag 15 april 2011

De krochten van het internet


Ze bestaan nog en zien er zo uit:

Gelukkig bestaan ze nog en is er voldoende serverruimte voor deze welkome toevoegingen!

dinsdag 5 april 2011

baard maart (wegens succes verlengd)

Extra achtergronden kunnen hier gevonden worden.

Een goede baardtaxonomie ligt ten grondslag aan een geslaagde conversatie over gezichtsbeharing, dus lees je alvast maar in!

vrijdag 1 april 2011

1 april

Kikker in je bil: dat wordt flink duwen dus met het duimpje

vrijdag 4 maart 2011

Vlijmscherp

Tot op het bot

*no animals were harmed during the writing of this poem

dinsdag 1 maart 2011


donderdag 20 januari 2011