dinsdag 22 november 2011

Wijsheden van weleer

"Als je doodgaat, heb je de tijd van je leven gehad."

De zoveelste poging

Na wat weer een romantische ballonvaart was, gaf Erica haar vriend toch weer het nee-woord.

donderdag 17 november 2011

Studentenhuis

Remspoorloos!

Toen Drouard en Laviolette zich in 1903 bezighielden met het ontwerpen van de eerste auto ter wereld met remmen op alle vier de wielen, konden zij waarschijnlijk niet bedenken dat hun inzet voor de auto-industrie later van grote betekenis zou zijn voor de Nederlandse taal. Zelfs nu, in de 21e eeuw, doet de taal ons nog altijd herinneren aan deze grote namen uit de geschiedenis. Het is onder andere dankzij deze twee ontwerpers, die gezien hun ogenschijnlijke betrokkenheid met de burger zouden kunnen worden beschouwd als ware weldoeners, dat het niet lang meer zou duren voordat iemand het woord remspoor voor het eerst in zijn mond zou nemen.

Zoals eenieder uit eigen ervaring heeft kunnen leren, brengt het verstrijken van de tijd ontwikkelingen met zich mee. Objecten, betekenissen, perceptie, ze kunnen allen met de tijd veranderen. Zo komt het, dat ook het gebruik van het woord remspoor onderhevig is geweest aan veranderingen, met als gevolg dat het woord tegenwoordig tot de ambigue begrippen kan worden gerekend.

Hoewel de esthetische waarde van een tastbaar remspoor bediscussieerd zou kunnen worden en zich in de praktijk ook goed blijkt te lenen voor discussies, is menigeen het erover eens dat de esthetische waarde van het woord vaststaat. Een plek in het Nederlands woordenboek is dan ook vanzelfsprekend. De ontwikkeling van het woord tot ambigu begrip kan worden gezien als een verdediging van deze plek en geeft bovendien blijk van de potentie van het begrip, die tevens perspectieven biedt voor de toekomst. Voorlopig blijft het gebruik van het begrip beperkt tot twee contexten, te weten: in het verkeer en op het toilet.

Gezien deze korte geschiedenis is het meer dan logisch dat ik vanmorgen op het toilet een remspoor tegenkwam, dat als eerbetoon moet hebben gediend of dat ik als een nostalgische hulpkreet had moeten interpreteren. Ik ben mij ervan bewust dat mijn subjectiviteit hierbij een rol speelt, maar zowel de geur als het aanzicht van een remspoor doen mij intens verlangen naar hygiƫne. Uit respect voor eventuele meningsverschillen zal ik niemand vragen om zich in te houden, maar wat betreft het uitdragen van boodschappen zou ik graag een beroep doen op uw fatsoenlijkheid. Graag zou ik u willen vragen om uw remspoor, nadat u hier op uw eigen manier van heeft kunnen genieten, vaarwel te zeggen en het toilet in oorspronkelijke staat achter te laten. Zo ondervinden anderen geen last van uw remspoor en maakt u het anderen mogelijk hun eigen stempel te drukken op een toiletbezoek. Mijn dank is bij voorbaat groot.


“And in thy message thou shalt see thyself. In thy bathroom thou shalt smell the stench which thy message giveth thee. And in it thou shalt not leave thy work, thou, nor thy roommate, nor thy stranger that is within thy walls: he that defecateth shall flush.” – IBB 139:1-3